1) Ga op je rug liggen met je dijen verticaal maar de knieën licht gebogen. Plaats je handpalmen op de grond naast je en houd je hoofd en schouders van de grond. Span je buikspieren aan en laat je benen langzaam naar de grond zakken. Houd tijdens deze oefening een kleine boog in je rug.
2) Ga zo laag als je kunt en ga dan langzaam weer omhoog naar verticaal. Zodra je verticaal bent, til je je staartbeen van de grond en beweeg je je voeten boven je hoofd en knars je je buikspieren. Beheers de neerwaartse fase zodat je heupen niet terug op de grond vallen. Raak met je achterste licht de grond aan en begin dan met je volgende been lager.
3) Vermijd overkoepelende of volledig platten van uw rug en pas op voor het gebruik van momentum in de opwaartse fase van deze oefening. Beweeg met je tenen en ontspan je voeten om ervoor te zorgen dat je buikspieren dominant zijn, anders nemen je quads en je heupbuigingen het over.