gezicht:
* witte lood: Een wit poeder dat wordt gebruikt om een bleke teint te creëren, een teken van status en schoonheid in het oude Griekenland. Men geloofde ook dat het de huid beschermen tegen de zon.
* krijt: Een ander ingrediënt dat wordt gebruikt om de huid te verlichten.
* rode oker: Een roodbruin pigment gemaakt van ijzeroxide, gebruikt voor blozen en om kleur toe te voegen aan de lippen.
* Rose Water: Een verfrissende en geurige toner werd gebruikt om de huid te reinigen en te kalmeren.
* Olijfolie: Een veelzijdig ingrediënt dat wordt gebruikt voor het reinigen, hydrateren en als basis voor andere make -upproducten.
ogen:
* Kohl: Een donker poeder gemaakt van gemalen antimoon, gebruikt om de ogen te bekleden en dramatisch uiterlijk te creëren. Het werd aangebracht met een kleine stok of borstel.
* smaltine: Een ander mineraal pigment dat wordt gebruikt om een blauwe of groene oogschaduw te creëren.
* honing: Gebruikt als een wenkbrauwgel om de wenkbrauwen op hun plaats te houden.
lippen:
* rode oker: Zoals eerder vermeld, gebruikt om kleur toe te voegen aan de lippen.
* bijenwax: Gemengd met rode oker om een duurzamere lipkleur te creëren.
* rozenblaadjes: Gerutte rozenblaadjes werden gebruikt om een natuurlijke roze lipvlek te creëren.
Haar:
* henna: Een roodbruine kleurstof kleurde vroeger het haar.
* Olijfolie: Aangebracht op het haar voor conditionering en glans.
parfum:
* mirrh: Een geurige hars die wordt gebruikt om parfum te maken.
* wierook: Een andere aromatische hars die in parfums wordt gebruikt.
* rozenblaadjes: Gebruikt om geurige bloemenparfums te creëren.
Het is belangrijk op te merken dat niet alle Griekse vrouwen toegang hadden tot deze ingrediënten. De beschikbaarheid en gebruik van make -up varieerde op basis van sociale klasse, locatie en persoonlijke voorkeur.