Niets is vervelender dan wanneer je rookmelder of koolmonoxidemelder om de paar seconden piept. Dit geeft meestal aan dat de batterij in de detector defect is en moet worden vervangen. Het is een goede gewoonte om de batterijen in uw rookmelders en koolmonoxidemelders om de zes maanden te vervangen tijdens de overgang naar zomertijd, maar als u dit hebt nagelaten - of misschien defecte batterijen hebt gebruikt - vervangt u de batterijen en misschien een snelle stofzuiging is meestal voldoende om een piepend alarm te stoppen.
Verwijder het batterijklepje van de voorkant van het alarm of, als er geen verwijderbaar klepje aan de voorkant van het alarm is, draai het met de klok mee om het van de montagebeugel te trekken en controleer de achterkant van het alarm op een batterij.
Vervang de batterij of batterijen - de meeste melders gebruiken 9 volt-batterijen, maar sommige, met name koolmonoxidemelders, kunnen in plaats daarvan AA-batterijen gebruiken. Als u een plaats voor een batterij ziet, maar er is geen batterij geïnstalleerd, installeer er dan een. Het getjilp zou onmiddellijk moeten stoppen.
Sluit het batterijklepje of, als u de hele melder moet verwijderen om bij de achterkant te kunnen, houdt u de melder tegen de montagebeugel en draait u deze tegen de klok in zodat deze weer op zijn plaats valt.
Houd de knop "Test/Reset" drie tot vijf seconden ingedrukt als het getjilp nog niet is gestopt. Het alarm moet kort klinken, dan stoppen en resetten. Als het getjilp aanhoudt, is de batterij of batterijen die u hebt geplaatst mogelijk defect; probeer het opnieuw met een andere set batterijen.
Gebruik de smalle slangbevestiging op een stofzuiger om het deksel van de rookmelder schoon te maken als het piepen aanhoudt; dit verwijdert al het stof dat mogelijk het alarm heeft geactiveerd.